Kleinere ondernemers zijn vaak bang om een debiteur eens goed aan te pakken. Bang voor klantverlies. Het inschakelen van een incassobureau wordt door veel ondernemers gezien als laatste redmiddel. Toch is het tijdig inschakelen van een incassobureau een prima aanpak om malafide debiteuren aan te pakken.
Het laten incasseren van een vordering betekent niet dat de relatie verbroken is. Het overgrote deel van de relaties blijft intact. Een gerenommeerd incassobureau brengt op de eerste plaats een schrikeffect teweeg. Op de tweede plaats wordt een incassobureau ook als intermediair gezien. Tijdens het incassoproces komt de andere kant van het verhaal naar boven. Het verweer van de debiteur wordt in veel gevallen duidelijk.
De kosten zijn een belangrijk aspect in het gehele incassotraject. Er is een verschil tussen minnelijke incasso (zonder tussenkomst van de rechter) en juridische incasso (met tussenkomst van de rechter). In beginsel komen de incassokosten en de eventuele proceskosten voor rekening van de debiteur. Wanneer deze echter bijvoorbeeld failliet gaat, dan zijn de kosten voor jou. Aan een minnelijke incasso kun je meer geld overhouden dan het feitelijke factuurbedrag, omdat de debiteur immers verplicht is jou én de rente te betalen vanaf de vervaldag van de betaling én de haar in rekening gebrachte incassokosten.
De incassoprocedure heeft geen succes.Toch betalen? Bij bijna alle incassobureaus betaal je geen provisie als je debiteur blijvend in gebreke blijft. Toch is het mogelijk dat je geld kwijt bent, zonder dat de incassoprocedure succes heeft. Dit is het geval als er speciale kosten zijn gemaakt, zoals ingeschakelde derden (deurwaarder, handelsinformatiebureau) en niet verhaalde proces- en executiekosten. Dit overkomt je bijvoorbeeld, als de crediteur failliet gaat nadat de betaling via de rechter heeft proberen af te dwingen. Een goed incassobureau wijst je op deze risico's en zal samen met u een afweging maken of het zinvol is de incasso voort te zetten. Manieren waarop je je vordering kunt beschermen De wetgever heeft een aantal rechtsmiddelen ter beschikking gesteld om verhaal te halen. Onderstaand zijn er een aantal beschreven.
Je kunt bedingen dat het eigendom van de zaken die je levert pas na betaling van eigenaar veranderen. Je moet exact kunnen aangeven wat je hebt geleverd. Dat is bijvoorbeeld onmogelijk als je samen met andere leveranciers dezelfde grondstof aflevert, bijvoorbeeld meel bij een bakkerij. Het eigendomsvoorbehoud heeft als nadeel dat je de goederen die derden te goeder trouw van de schuldenaar hebben gekocht niet terug kunt krijgen.
Je klant kan niet meteen betalen, maar heeft wel een vordering op een derde. Je kunt je klant vragen zijn vordering aan jou over te dragen. Dit kan zonder dat de derde partij op de hoogte is van de verpanding van de vordering: de stille verpanding. Als je klant zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, kun je de derde rechtstreeks aanspreken op betaling van diens schuld. Stille verpanding vindt plaats door middel van een authentieke notariële akte of geregistreerde onderhandse akte. De onderhandse akte moet bij de Belastingdienst worden geregistreerd. De stille verpanding wordt bijvoorbeeld gebruikt door banken.
Als je een opeisbare vordering hebt op je klant, kun je de nakoming van je eigen verplichtingen opschorten tot de klant je vordering heeft voldaan. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of je je verplichtingen op mag schorten. De opschorting werkt zeer effectief als uw debiteur niets heeft aan een onvolledige nakoming.
Wanneer je zelf een schuld hebt openstaan bij je debiteur, dan mag je deze schuld in principe verrekenen met je eigen vordering. Je kunt niet zonder meer altijd verrekenen. Als de debiteur de vordering betwist, is het niet toegestaan deze te verrekenen.
Je kunt een zaak die je aan je debiteur hebt afgeleverd terugvorderen als de koopsom niet is betaald. Dit moet door middel van een schriftelijke verklaring. Het recht van reclame geldt ook bij faillissement en surseance van betaling. Wacht niet te lang, de wetgever stelt een termijn van zes weken na opeisbaarheid van de vordering.
De wet kent twee vormen waarop beslag kan worden gelegd. Dit kan overigens op alle vermogensbestanddelen van de debiteur.
Als je je vordering tijdig in veiligheid wilt brengen, kun je vooraf conservatoir beslag leggen. Dit kan alleen met toestemming van de rechter, gevolgd door een gerechtelijke procedure over de vordering. Bij een derdenbeslag leg je beslag op tegoeden die je debiteur heeft op anderen. Dat kan zijn bank zijn, als hij daar een positief banksaldo heeft. Maar in veel gevallen is het positieve saldo afgedekt door een bankkrediet. Je kunt ook beslag leggen op vorderingen of goederen die je debiteur bij zijn klanten heeft. Drijft je debiteur een eenmanszaak of VoF, dan kun je beslag leggen op privé-tegoeden.
Kan worden gelegd indien de debiteur niet betaald binnen de termijn die de rechter hem in een vonnis oplegt.